Eind november nam ik deel aan het “4.Deutscher Dialogmarketing-Kongress” in Münster. Dit congres heeft tot doel om de kennis- en ervaringsuitwisseling tussen de academische wereld en de bedrijfswereld te stimuleren. Initiatiefnemers zijn het Siegfried Vögele Institut (eigendom van Deutsche Post) en een aantal professoren van de universiteiten in Berlijn, Kassel en Münster, waar Deutsche Post telkens een leerstoel voor dialoogmarketing sponsort. Het is dus begrijpelijk dat het medium direct mail prominent aanwezig is in de verschillende uiteenzetting. Dat stoort mij niet in een tijdperk waar iedereen als een kip zonder kop achter de digitale meute aanholt. Het congres is trouwens niet blind voor de digitalisering van de marketingcommunicatie, maar het toont aan dat de kracht ligt in de combinatie van off-line en on-line media. Bij de aanvang werden er drie centrale thema’s gepresenteerd, telkens gelinkt aan een stelling en een bijhorende uitdaging.
Ruimte
Stelling: Via Dialoogmedia kunnen we klanten overal bereiken en de klant wil ons ook overal kunnen bereiken.
Uitdaging: Vind het juiste tijstip.
Stelling: Dialoogmedia kunnen de afstand tussen de klant en het bedrijf verkleinen.
Uitdaging: Hoe zorgen we ervoor dat we niet te dicht bij de klant te komen? (privacy issues)
Tijd
Stelling: Via Dialoogmedia is de klant is op elk moment te bereiken en vice versa
Uitdaging: Vind het juiste tijdstip wanneer de klant er klaar voor is.
Stelling: Met Dialoogmedia kunnen we sneller op behoeften inspelen.
Uitdaging: Kunnen we de behoeften van de klant goed detecteren?
Emotie
Stelling: Dialoogmedia kunnen direct het gedrag beïnvloeden.
Uitdaging: Hoe meten en beheersen we ook de langetermijn effecten van de dialoogmedia?
Stelling: Met multisensorische media kan men meer emotie overbrengen.
Uitdaging: Hoe kunnen we multisensorische Dialoogmedia beter inzetten?
Hoe dicht mag je komen?
Hoe ver men vandaag kan gaan in de “nabijheid” (zeg maar: segmentering en personalisering) werd confronterend duidelijk in het verhaal van de Amerikaan Nick Lim, CEO van Sonamine, een bedrijf uit San Francisco, gespecialiseerd in “insight from networks”.
De informatie in de social media maken het mogelijk om uit te vinden wie met wie in verbinding staat, wie met wie dialogeert. Alle studies tonen aan dat we ons sociaal netwerk als het meest betrouwbare informatiekanaal beschouwen. Het komt er dus op aan om een zicht te krijgt op het sociale netwerk van onze klanten om via deze weg andere mensen te beïnvloeden. In de toekomst wordt voor de klanten naast de klassieke socio-demografische informatie ook geregistreerd tot welke sociale media ze behoren en wat de sterkte is van hun sociale netwerk. Daartoe wordt o.a. in de registratieformulieren gevraagd naar het twitter-id of het facebook-id van de klant.
Uw dunbar nummer
Bij de scoring van het social network profiel van een klant wordt zijn “dunbar nummer” berekend. Dat is een cijfer dat uitdrukt hoeveel sociale relaties een mens kan beheersen. Volgens onderzoek ligt dat nummer tussen 90 en 230 met 150 als gemiddelde. In de on-line wereld is dat cijfer slecht lichtjes gestegen.
Daarnaast registreert men niet alleen de omvang van het netwerk van de klant maar ook welk percentage van dit netwerk al klant is bij het betreffende bedrijf. Ook de evolutie van het netwerk door de tijd wordt opgevolgd. Zo blijkt dat trouwen er voor zorgt dat het netwerk van de man sterk vervrouwelijkt.
Het is wel duidelijk dat men hier flirt met de grenzen van de privacy en dat op dit vlak in de V.S. meer mogelijk is dan in Europa. Geef je mening over deze nieuwe trend via mijn LinkedIn groep “DMupdate.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten